Hoe bedien ik mijn houtkachel?
Het bedienen van een houtkachel vereist enige kennis en zorg om ervoor te zorgen dat u zowel veilig als goed stookt. We vertellen u graag meer over de verschillende standen bij het stoken.
De verschillende standen bij het stoken
Bij het bedienen van uw houtkachel is het belangrijk om te begrijpen dat er verschillende standen zijn die de warmteafgifte en het verbrandingsproces beïnvloeden. De meest voorkomende standen zijn:
Volle stand
Dit is de stand waarin de luchttoevoer naar de kachel maximaal open staat. Het vuur brandt fel en produceert veel warmte. Dit is handig wanneer u snel warmte nodig heeft, zoals bij het opstarten van de kachel of tijdens de koudste winterdagen.
Halfopen stand
Bij deze stand is de luchttoevoer gedeeltelijk gesloten. Het vuur brandt nog steeds goed, maar met een gematigder intensiteit. Dit is geschikt voor langere sessies en kan helpen om de kachel langer te laten branden zonder bijvullen.
Gesloten stand
Dit is de stand waarin de luchttoevoer vrijwel volledig is gesloten. Het vuur zal langzaam doven en de kachel zal slechts een minimale hoeveelheid warmte afgeven. Deze stand is handig als u de kachel wilt laten uitbranden zonder bij te vullen of als u de warmte wilt vasthouden tot stoppen en gilt verminderen.
De aanmaakstand en stookstand
Naast de eerder genoemde standen zijn er nog twee specifieke standen die handig zijn om te weten bij het bedienen van uw houtkachel: de aanmaakstand en de stookstand.
Aanmaakstand
De aanmaakstand is de stand waarin u uw kachel plaatst bij het aansteken van een nieuw vuur. In deze stand staat de luchttoevoer wijd open om voldoende zuurstof toe te laten voor een snelle ontsteking. Het aansteken van een kachel begint meestal met het plaatsen van aanmaakhoutjes of aanmaakblokjes boven op een dunne laag aanmaakhout. Door de luchttoevoer volledig open te zetten, creëert u de ideale omstandigheden voor een snel opstartend vuur.
Stookstand
De stookstand is de stand waarin uw kachel zich bevindt nadat het vuur goed is ontstoken en de kachel op volle capaciteit brandt. In deze stand reguleert u de luchttoevoer om de gewenste warmteafgifte te bereiken. Afhankelijk van uw behoeften kunt u kiezen voor de volle stand voor maximale warmteafgifte of de halfopen stand voor een gematigde verbranding.
Waarom smoren geen goede praktijk is
Sommige mensen denken misschien dat het smoren van een houtkachel een goede manier is om brandstof te besparen, maar dit is niet zo. Wanneer u de luchttoevoer naar de kachel sterk beperkt, ontstaat er onvolledige verbranding. Dit betekent dat niet al het hout volledig wordt verbrand. Een slechte verbranding leidt tot creosoot in de schoorsteen, wat een verhoogd risico op schoorsteenbranden met zich meebrengt.
Het is beter om de kachel te bedienen op een stand die overeenkomt met uw warmtebehoeften, zoals de halfopen stand voor langere verbranding of de volle stand voor snelle verwarming. Het is ook belangrijk om alleen droog en geschikt hout te gebruiken om verantwoord te stoken.
De kachel laten uitbranden
Als u wilt stoppen met stoken en de kachel wilt laten uitbranden, kunt u dit het beste doen door de luchttoevoer geleidelijk te verminderen in plaats van de kachel plotseling te smoren. Hierdoor kan het hout in de kachel volledig verbranden voordat het vuur dooft. Begin met het sluiten van de luchtregelaar in kleine stappen en wacht tot het vuur begint te verminderen voordat u verdergaat. Hiermee minimaliseert u de vorming van creosoot en verlaagt u het risico op schoorsteenbranden.
contact